Cruijffiaans fietsenstaller

Vroeger? Vroeger was gratis stallen de hel.

De gratis fietsenstallingen op het station waren koud, nat en donker.
Er was nooit plaats – want het stond altijd vol scheefgetrapte stadsbarrels.
Bovendien lag de grond er standaard bezaaid met kapotte lichtjes, verscheurde zadeldekjes en doormiddengeknipte schakelkettingen.

Je fiets gratis stallen voelde als Russisch roulette.

De betaalde fietsenstalling daarentegen was droog, veilig en warm.
Er was altijd plek. Je fiets werd er gegarandeerd niet gejat en gegarandeerd niet in elkaar getrapt.
Het enige nadeel: je moest er een berg voor opfietsen – de betaalde fietsstalling lag namelijk twee verdiepingen boven straatniveau.
En het was best nog een eindje lopen naar de treinen.

Maar nu? Nu is alles anders.

Nu zit de betaalde fietsenstalling onder het Centraal Station – in plaats van een berg op ploeteren, suis je een roltrap af.
Ideaal.
Maar ja: de gratis stalling ligt er pal tegenover, heeft vijfentwintighonderd plaatsen en is even goed verlicht, even overdekt en even luxe.

De berg is weg, maar de noodzaak om ‘m te beklimmen ook.

“Arme bewaakte-fietsenstallingmeneer.” denk ik.
Keihard weggeconcurreeerd door de gratis fietstalling van de gemeente.

Twee weken later besluit ik mijn fiets betaald te stallen.

Ik suis de roltrap af en buig, als enige in de stroom fietsforenzen, naar rechts in plaats van links.

Schuifdeuren glijden open en een fijn muziekje waait me tegemoet.
In de verte staan twee mannen fietsen te repareren; het duurt even voor ze me opmerken.
En dan nog even voor één van hen bij me is.

“Wat een sloompies,” denk ik, bijna te laat voor mijn trein, “dat wordt dus niks, hier.”

“Sorry,” zegt de fietsenstallingmeneer, terwijl hij zijn handen aan zijn overall afveegt. “Het is hier nog steeds een doolhof.”
“Tja,” knik ik, over mijn ergernis heenstappend, “maar het is wel mooi geworden.”

Wijselijk begin ik niet over de gratis stalling – die net zo mooi is.

“Ja,” knikt hij, trots rondkijkend, “en we hebben het ook véél drukker nu!”
“Oh,” denk ik, hoorbaar verrast, hardop, “dan was die berg zeker niet alleen voor mij een barrière?”
“Berg?” vraagt hij niet-begrijpend. “Oh, díe berg!

Nee joh – we hebben hier nu 5000 potentieel lekke banden tegenover staan!”

Ja, de gratis fietsenstallling is gigantisch en super-de-luxe.
Dús stalt iedereen zijn fiets daar.
En dús zijn er meer mensen met een potentieel lekke band.

Ieder nadeel heb z’n voordeel – Cruyff zei het al.

Zo’n lekke band, die wil een drukke fietsforens à la minute laten plakken, zodat ‘ie ’s avonds zonder probleem terug naar huis rijdt.
En dan is de terzakekundige fietsenmaker precies de juiste persoon op de juiste plek.
Hij maakt een kletspraatje, stelt gerust en belooft dat de betreffende band bij terugkomst geplakt is, zodat de fietsforens zonder stress naar zijn werk vertrekt.

Tjakka.
Dát is dus toegevoegde waarde.

En nu jij…
Want wat doe jij als je te maken krijgt met een concurrent die exact hetzelfde verkoopt – maar dan voor minder? Die sneller levert? Met 100 dagen bedenktijd en gratis retourzending?

De generic resellers zijn in opkomst

wat is jouw toegevoegde waarde?

2 reactie bij Cruijffiaans fietsenstaller

  1. Martine Bakx 8 februari 2014 bij 13:54 #

    Wachten tot die omvalt. En ondertussen een spelletje bouwen.
    Sorry Diana, kon het niet nalaten.

    Het juiste antwoord moet zijn; iets anders.

    • Diana van Ewijk 8 februari 2014 bij 16:29 #

      Precies, Martine: iets anders.
      En dat van dat spelletje vergeef ik je 🙂

Laat een antwoord achter aan Diana van Ewijk Klik hier om je reactie te annuleren