Stof en stapels gunfactor

“Eens kijken,” kucht de stokoude man, terwijl hij tussen hoogopgetaste stapels papier naar de andere kant van zijn winkel stiefelt. “Hier? Nee…” Hij rommelt wat in halflege dozen. “Hier dan?” graaft hij verder. “Nee, ook niet…”
“Nee,” zegt hij na een kwartier stapels verplaatsen en dozen doorspitten, “ik denk dat de mini-orders echt op zijn.”

“Jammer,” huichel ik.
Want een mini-ordner, hoe leuk ook, heb ik echt helemaal nergens voor nodig.

Terwijl de winkelier “Nog even voor de zekerheid, mevrouw.” afdaalt in zijn kelder, laat ik weemoedig stapels vintage schriftjes, agenda’s en foto-albums door mijn handen glijden.
Met een half oog op de nog af te rekenen stapel die ik al op de toonbank heb gelegd, schift ik een rij kleurboeken.

Ondertussen echoot het in mijn kooplustige hoofd: “Leg dat neer. Je werkt toch 100% in de cloud? Nou dan! Je hebt echt geen papieren agenda nodig. En nee, ook geen notitieboekje – daar heb je Evernote voor. Leg terug, die regenboogenveloppen! Je hebt thuis nog een la vol – en je verstuurt toch nooit post.”

Ik dwing mezelf een pracht van een vintage vulpennenverpakking neer te leggen en slalom naar de kassa.
Geen verkoper te bekennen.

“Hebbes!” hoor ik vanuit de kelder.

Daar verschijnt het hoofd van de winkelier, stof op zijn schouders, na het succesvol doorzoeken van zijn ongetwijfeld ook afgeladen kelder, met in zijn handen een doos mini-ordners.

“Hoeveel heeft u er nodig?”

Mijn winkelstop, ingeschat op een investering van 5 minuten (tijd) en maximaal 5 euro (geld), mondt uit in een shopsessie die me in beide gevallen minstens het vijfvoudige kost.

Tijdens het afrekenen vertelt de winkelier honderuit.

Dat hij al 40 jaar zijn winkel runt, maar dat het nu echt niet meer gaat.
Dat zijn winkel is gehalveerd en hij binnenkort gaat sluiten.
Dat hij, helaas, net dozen vol typemachinelinten heeft weggekieperd, omdat hij ze niet meer kwijt kon.
Dat hij, voor die ene ingenieur aan de andere kant van de spoordijk, een plank vol oblong A3 ordners in huis haalde – de helft staat nog in de kelder.

Weemoedig verlaat ik de winkel – met een tas vol spullen die ik absoluut niet nodig heb.
Bovenop balanceert een mini-ordner, met twee navulverpakkingen.

Zoveel liefde voor het vak kan ik niet weerstaan.

Die man, vergroeid met zijn winkel, verdwaald in zijn inventaris, heeft 200% gunfactor.
Morgen ga ik terug, nog meer onnodige spulen kopen.

PS: hoe creëer je nu als webwinkel de gunfactor?

Met de Hink-Stap-Sprong, natuurlijk.
Lees hoe je de gunfactor creeërt met de Hink-Stap-Sprong.
En lees meteen even hoe broches-webwinkel Broesj de Hink-Stap-Sprong doet.

20140403-170045.jpg

Reageren is niet meer mogelijk